maandag 11 oktober 2010

Henk Bleker en Microfoon 9

Het CDA congres leverde zeldzaam mooie televisie op. Bleker begon emotioneel en verwees naar een auto-ongeluk. Daarna leek hij met huilen te beginnen, hoewel het ook kan zijn dat hij nog een hoestsnoepje moest wegwerken. Na een merkwaardige stilte schakelde Bleker over op een tekst van de kerkvader Augustinus. “Wij zijn de tijden. De tijden zijn wij!”  Met deze tekst had Bleker  het Congres meteen te pakken en vestigde hij zijn reputatie als waarnemend voorzitter nogmaals: hij kreeg een staande ovatie.

Het ochtendgedeelte werd uitstekend geleid. Renate Westerlaken gaf een uiteenzetting hoe het de hele dag zou moeten gaan: vooral beschaafd. Er waren acht microfoons in de zaal die door de leden van het congres konden worden gebruikt. Iedereen kreeg 60 seconden spreektijd. Via een geprojecteerde klok begon het aftellen. Sommige sprekers konden hun zegje heel goed doen binnen de 60 seconden, terwijl anderen de draad van het betoog geheel kwijt raakten. Later bleek dat Bleker ook nog microfoon 9 tot zijn beschikking had waarmee hij de vergadering enigszins kon beïnvloeden. Op elk congres blijkt altijd dat alle leden gelijk zijn, maar dat sommige afgevaardigden toch iets meer gelijk zijn en meer spreektijd krijgen.

Tijdens de ochtend mochten er vragen worden gesteld die beantwoord werden door Jan Kees de Jager en Ank Bijleveld. Opvallend was dat Jan Kees de Jager voortdurend aangaf dat het regeerakkoord beter was dan het eigen CDA-partijprogramma. Het ochtendprogramma werd even onderbroken toen Verhagen binnen kwam. De heer Verhagen wil u even begroeten. Hij kwam omringt door vele veiligheidsmensen binnen en illustreerde daarmee voor de zoveelste keer dat Nederland geen open democratie meer is maar een oortjesdemocratie.

’s Middags kwamen er resoluties aan bod. De kordate mevrouw Westerlaken verdween en een onzekere mijnheer Houben nam de voorzittershamer over. Vanaf het begin leek Houben het warm te hebben. Het Congres liet momenten van emotie en kolderiek gedrag zien. Het humoristische hoogtepunt van de dag was een mijnheer die weggelopen leek te zijn uit een uitzending van Van Kooten en De Bie. Hij citeerde Winston Churchill: “ We never surrender! Hij maakte met zijn vingers het Victory teken en stelde  tot drie keer toe dat hij  tegen de samenwerking met de PVV was. Ook de mevrouw die had uitgerekend hoeveel het zou kosten als elke bejaarde dagelijks onder de douche zou worden gezet, was amusant.
 
Nadat enkele leden hun zegje hadden gedaan, kwamen diverse mastodonten van het CDA in het geweer. De aankondigingen bij de microfoon waren geestig. “Donner, Den Haag”. “Van Agt. Heilige land stichting.” Donner haalde Paulus aan: “Het gaat er niet om wat de mond ingaat, maar wat de mond uitkomt”. Een tekst die vele cabaretiers nog inspiratie zal geven.  Ook Klink en Hirsch Ballin deden hun zegje. Een dissonant was de heer Camiel Eurlings die schreeuwend tekeer ging. Zou deze frustratie misschien te maken hebben met het feit dat het stichten van een gezin nog niet helemaal gelukt is? Eurlings die het CDA zo jammerlijk in de steek liet toen de partij hem nodig had?


 
Op een gegeven moment kwam de oude leider Lubbers binnen. Hij hield zijn regenjas bij zich en bemoeide zich nergens mee. In de middag werd microfoon 9 ingezet. Daarmee werden slecht ter been zijnde CDA bediend: Piet de Jong (die deze keer slecht uit zijn woorden kwam) en Hannie van Leeuwen. Zij kregen allemaal meer spreektijd dan de gewone leden. Het Congres leek op bepaalde momenten geregisseerd. Na de dwarsliggers Ferrier en Koppejan mochten twee fractieleden het woord voeren. Dat een CDA kamerlid met een Turkse achtergrond en moslim aangaf geen moeite te hebben met de gedoogsteun van de PVV was een meesterzet van het congrespresidium.
 
Aan het eind van de middag ging de voorzitter onderuit. Hij moest wel vier keer laten stemmen voordat duidelijk werd dat tweederde voor de coalitie was en eenderde tegen. Het ging er bijzonder knullig aan toe, hoewel het langsgaan met collectebakjes voor een groot deel van de leden herkenbaar was. Het congres ging mee met het partijbestuur omdat Bleker en Verhagen de wetten van de retorica als geen ander kennen.  Met name de traan van Verhagen maakte hem bijna menselijk. Maar het kan best oprecht zijn geweest. Verhagen werkt al jaren voor het CDA en zal door de slopende formatie ook wel moe zijn geweest. Het was een mooi congres, dat via microfoon 9, in goede banen werd geleid.