donderdag 3 juni 2010

Drie observaties voor de verkiezingen

Voordat ik drie observaties met u deel, merk ik op dat deze waarnemingen niets zeggen over de uitkomst van de verkiezingen, omdat het voorspellen van het weer tegenwoordig eenvoudiger is dan het voorspellen van de politiek. De volatiliteit van de Nederlandse kiezer is zo groot dat kleine gebeurtenissen grote gevolgen kunnen hebben. Maar de volgende drie zaken vielen mij de laatste weken toch op.

 (1) Vooral de VVD heeft garen gesponnen bij de terugkeer van de links-rechts tegenstelling in de politiek. De linkse en rechtse populistische partijen kregen hun kans door de Paarse coalities waarin rechts en links gingen samenwerken. Dit betekent dat de flanken in de Nederlandse politiek alle kansen kregen. De PvdA heeft bijna bewust de links-rechts tegenstelling teruggebracht, waardoor de populistische partijen toch minder groot zijn dan lange tijd is verondersteld. De terugkeer van de links-rechts tegenstelling betekende dat sociaaleconomische vraagstukken hoog op de agenda zijn gekomen en vraagstukken rond de multiculturele samenleving en de kwaliteit van de rechtsstaat naar de achtergrond verdwenen. Paradoxaal genoeg leverde dat een probleem op voor Cohen als nieuwe leider van de PvdA, omdat Cohen juist op de terreinen van de integratie en de rechtsstaat een sterk profiel heeft.

(2) Het lijkt er niet op dat de PvdA en de andere linkse partijen de winst rond de financiƫle en economische crisis kunnen incasseren. De problemen van de markteconomie worden niet gekapitaliseerd door links. Het lijkt er eerder op dat de crisis in het kapitalisme leidt tot winst voor rechts. Het wordt links eerder verweten dat zij medeverantwoordelijk is geweest voor het ontsporen van het kapitalisme. De kiezers willen duidelijke beslissingen. Zij hebben een hekel aan centrumlinkse coalities die niet tot besluitvorming in staat lijken te zijn. In het verleden leidden economische crises ook tot winst voor rechts: Thatcher en Lubbers werden beiden beloond voor hun strenge saneringsbeleid. De kiezers vertrouwen de sanering van de financiƫle en economische crisis eerder toe aan rechts dan aan links. Het is een bekend gegeven dat progressieve politiek eerder mogelijk is in een periode van economische voorspoed dan in een periode van tegenspoed. Dat kan verklaren dat de VVD onder leiding van Mark Rutte sterk groeit.

(3) Balkenende lijkt de strijd te verliezen, zijn houdbaarheidsdatum is voorbij. De tragiek voor Balkenende is dat hij altijd liever wilde regeren met de VVD, maar door de politieke omstandigheden werd gedwongen tot een coalitie met de PvdA. De kiezers lijken zich heel goed te herinneren dat het vierde kabinet-Balkenende nauwelijks tot beslissingen en samenwerking in staat was. Dat willen de kiezers niet nog een keer, zeker niet tijdens een economische crisis.
 Balkenende trachtte het tij te keren door de aftrek van de hypotheekrente als een breekpunt te formuleren. Daarnaast sprak hij een voorkeur uit voor een coalitie met VVD, D66 en Groen Links. Balkenende kiest deze merkwaardige coalitie omdat hij wordt bekritiseerd over een mogelijke coalitie met de PVV; hij lijkt nu een entente cordiale tegen Wilders te willen vormen. Het is echter de vraag of de CDA-stemmers die nu naar de VVD overlopen gekant zijn tegen een coalitie met Wilders. Balkenende wordt aan het einde van zijn machtscyclus voor de voeten gelopen door oude CDA-leiders die zijn beleid willen corrigeren en door collega-ministers die het premierschap willen overnemen: Eurlings, De Jager, Klink en Verhagen. Alleen vrienden kunnen vijanden worden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten